Programma 4de Kyu

1 jaar Min. 50 trainingen. Oranje gordel ( met 2 groene banden ).

TER INFO :  bij beeldmateriaal vindt u aansluitend op het einde,  het volledige
programma jiu-jitsu / film examen 1e dan Steve Mertens 24/06/207.

A. VALTECHNIEK–WORPEN–HOUDGREPEN–GRONDWERK :

GROETEN - OSU : ( uitspreken als USS  ).
=  algemene groet  =  uitdrukking van waardering/respect

  1. Bij het betreden en verlaten van de dojo.
  2. Bij het opstappen v/d tatami :   L/R opstappen +  groeten.
  3. Bij het afstappen :  éérst groeten ( gericht naar de tatami ) + R/L ruglings afstappen.
  4. Steeds naar elkaar bij aanvang en einde oefening.
  5. Bij aanvang/ einde training ( opgelijnd  /  geknield of rechtstaande )

 

1. UKEMI WAZA – VALTECHNIEKEN :

           Toepassing :  judo- en jiu-jitsutechnisch.

           ° Mae ukemi :  plankval + voorwaartse val in beweging.
           ° Yoko ukemi : zijwaartse val.
           ° Uchiro ukemi : achterwaartse val.



2. NAGE WAZA – WERPTECHNIEKEN

Principe v/d naakte tegenstander =  Geen of minimaal gebruik v/d kledij. 
De naakte tegenstander wil zeggen dat we bij het uitvoeren van worpen of het uit evenwicht brengen van de opponent vermijden van kledij vast te nemen, omdat weinig dagdagelijkse kledij voldoende sterk is om te gebruiken om het evenwicht van de opponent te verbreken, door bijvoorbeeld aan de mouw of revers te trekken of te duwen.
Vandaar dat we ons richten op ledematen zoals de pols ( trekken ) de hals/keel ( duwen ) en de nekstreek ( trekken ).

Uitzondering op deze regel is stevige kledij / een winterjas, enz...


Toepassing :   

1. Yaku soku geiko =  Uke laat tori de worp uitvoeren zonder ontwijken of blokkeren. 

2.  Principe van de naakte tegenstander = bij uitvoering worp geen of minimaal gebruik v/d kledij uke. 
3.  Afwerking met zuki en/of geri waza.


3. NE WAZA : GATAME WAZA - HOUDGREPEN EN CONTROLETECHNIEKEN
Technische toepassingen:
  1. In controle overgaan van 1e naar 6e / 6e naar 1e houdgreep.
  2. Een opgelegde houdgreep gedurende 10 tellen houden.
    Indien nodig overgaan naar een andere houdgreep.                                                                         

OPGELET : Principe Kobo-Itschi-Ruy  "  DE GROND IS MIJN VIJAND !  "

Nooit zelf kiezen om een aanvaller onder controle te houden op grond met houdgreep.
Reden : Wanneer een 2e aanvaller op je afkomt heb je geen verdediging meer.

Uitzondering :

Of  je weet zeker dat er geen 2e aanvaller is.
Of  Je hebt geen keus. Je wordt door de aanvaller op de grond geduwd waarbij je de controle overneemt via houdgreep, onmiddellijk gevolgd door bevrijding via slagtechniek waarna zo snel mogelijk recht in verdedigende houding en veilige afstand of vlucht. ( = jezelf in veiligheid brengen )


4. NE WAZA : VERDEDIGENDE HOUDING OP GROND.

Technische toepassing :   

 A. Aanvaller staat recht / duwt tori omver :

 ° Uke op afstand : tori steunt op R elleboog/heup + L been opgetrokken + L knie tegen
  L elleboog. L en R meedraaien/ kantelen of rollen over de schouder  in de richting
  van de aanvaller(s) en deze via traptechniek op afstand houden.

 ° Uke dichtbij/ R been voor : tori op de R zijde. Met de rug v/d R voet, de hiel /R voet
   uke blokkeren en met L trap op R kniegewricht uke ten val brengen.

 ° Uke dichtbij/ L been voor : tori op de R zijde. Met de rug v/d R voet, de enkel /L voet
   uke vooraan blokkeren en met L hieltrap in L knieholte uke ten val  brengen.

 ° Uke in contact met R / L been : tori op R zijde. Been uke vatten/ ten val brengen door
   teisho op zijkant kniegewricht en/ of traptechniek op het lichaam/ naar gezicht.


B. Aanvaller zit geknield tussen de benen tori / voert wurging uit :

° atemi waza + knie/steun wegtrappen/ uke op de buik/ gestrekte armklem.
° atemi waza + R pols uke vatten / juji gatame.

 C. Aanvaller zit op bekken/ borst tori / voert wurging uit :

° atemi waza + atama gaeshi ( hoofdverdraaiing ).

 D. Aaanvaller geknield naast tori / voert wurging uit :

 ° atemi waza + juji gatame.

 

B. STANDEN – BOKS- SLAG- TRAP- en

AFWEERTECHNIEK


1. DACHI WAZA – STANDEN


OPGELET :   Een slag- traptechniek uitgevoerd zonder kime-kiai is onvolledig !


KIME =
 

Het opbouwen van innerlijke kracht, bij het uitvoeren v/e aanvallende techniek. 
Deze kracht wordt via diep inademen gevormd / opgeladen in de hara ( buik/ middenrif ) 
en moet in een explosieve actie ( slag/ stoot/trap ) met alle macht toeslaan, door je lichaam
( schouders, armen, je vuist/voet ) te spannen op het moment dat de slag, stoot, trap, 
het doelwit treft. Bij dergelijke actie volgt simultaan kiai. 
Hierna ontspant het lichaam onmiddellijk.


KIAI =

Strijdkreet/ luide schreeuw die geuit wordt bij het uitvoeren v/e beslissende, aanvallende
techniek ( slag/stoot/trap ).
Dit geluid wordt evenals bij kime opgebouwd in het middenrif en NIET in de keel.
Naast het feit dat kiai een extra boost geeft aan de uitgevoerde techniek, kan het ook
de tegenstander intimideren/laten schrikken.
Tevens dwingt het de aanvaller na het uitvoeren van de techniek om onmiddellijk terug
diep adem te halen.

Op schrift wordt het uiten van kiai vaak weergegeven als :  hi-yah  of  hyah.


KIME- KIAI  wordt eveneens toegepast bij uitvoeren van meer technische oefeningen
zoals kata of kihon, waarbij kime na diep ademhalen eerder beheerst dan explosief wordt
uitgevoerd gevolgd door een bijna geluidloze kiai = volledig uitademen / ademkracht.

 
2. BOKSTECHNIEKEN
  1. In beweging op pads uke : afwisselend L en R direct + combinaties snelkrachtig in verschillend ritme en tempo.


3. KARATE : ZUKI WAZA / UCHI WAZA - STOOT- SLAGTECHNIEKEN


4. UKE WAZA – AFWEERTECHNIEK OP BOKS- SLAGEN / STOTEN

Toepassing :                                                                                                                                                         

1.
  Tori enkel afweer + tai sabaki = letterlijk lichaam draaien/ uit stootlijn/ veilige afstand.
2. Tori afweer + tai sabaki + tegenaanval met boks- slagtechniek ( kime/ kiai ).

       Hoge zone :  
      
° Age uke/ gyaku age uke :  uke grijpt naar het haar / slaat naar het hoofd.
       ° Voorarm / voorarmen : afweer op swing/ uppercut/ uraken uchi.

      Hoge zone - middenzone :   Uke grijpt/ slaat naar het gezicht/ borst.     
      ° Open handen : opvangen R / L direct.
     ° Te osae uke : neerwaarts drukkende afweer met de palm/ hiel  v/d hand.
     ° Teisho uke : zijwaarts stotende afweer met de hiel v/d hand.    
     ° Shuto uke : zijwaartse afweer met snij- pinkkant hand.
     ° Soto uke : zijwaartse afweer met voorarm van buiten naar binnen.  
                      
   
5. GERI WAZA – TRAPTECHNIEKEN

Toepassing :

1. krachtig op stootkussen ( kime/kiai )/ uke neemt steeds andere positie in.
2. technische demo : uke in kamae te / tori beweegt zich zond uke.

6. UKE WAZA - AFWEERTECHNIEK OP TRAPPEN/ TAI SABAKI/ VEILIGE AFSTAND.


C. JIU-JITSUTECHNIEKEN / COMBINATIES

1. KANSETSU WAZA – KLEMTECHNIEKEN :
            

    Waki Gatame :  Gestrekte armklem via de oksel.            

  Technische toepassing :

Demo soepel in beweging met uke.                        
Uitvoering zijwaarts + afwerking op grond met ude garami.                                                       

                                                                      

 2. AFWEER  OP  ONGEWAPENDE  AANVALLEN :

  FASE 1 :  BEVRIJDING  ( indien nodig slag/trap ) + veilige afstand / vlucht.

Greep op één pols :

° Bevrijding :  via zwakke punt/ hand uke.
° Slagtechniek :  uraken op hand uke.

 Greep op twee polsen voorwaarts/  1. hoog /  2. laag :

°  Bevrijding : handen samenvoegen / lostrekken 1. Neerwaarts/ 2. Omhoog.
° Traptechniek : Mae geri keage of  mae geri kekomi

  
Greep op twee polsen achterwaarts :

° Bevrijding : achterw. instappen/armen voorw.strekken/ gedan barai.
° Traptechniek : Uchiro geri + gedan barai.

 Achterwaartse omklemming onder de armen :

° Bevrijding : ippon ken/ drukkend op handrug + gedan barai.
° Slagtechniek : Ippon ken/ stoot op handrug + gedan barai.

 
Wurgingen met beide handen voorwaarts/ zijwaarts/ achterwaarts :

° Bevrijding : molenwieken + gedan barai.
° Slagtechniek : empi uchi + gedan barai.